Er zijn 122 toeschouwers online.
Op zaterdag 4 september j.l besloot ik ondanks een frisse bries weer eens naar Koudekerke te reizen. Gelukkig liep de temperatuur in de middag aanzienlijk op en dat veraangenaamde mijn uitstapje. Mijn Mokkaatje ( is een Opeltje) voerde me naar in eerste instantie tuinderij Kesteloo. Regelmatig shop ik daar om een eitje en wat fruit in te slaan. En ja, daar ontmoet je altijd mensen die ik in geen jaren heb gezien. Ook ditmaal begroette een moeder van een oud-leerling me. Het eerste rendez-vous van die middag. Er zouden er nog velen volgen. Dus even bijgepraat over de kinderen en verdere familie. Gewoon weer even een leuk contact na alle misère van de laatste tijd. Ik vertelde terloops dat ik hier de vierde generatie Kesteloo beleef.
Overgrootvader Jan – dan diens zoon Henk – vervolgens kleinzoon Jan en nu dan de jongste telg Henk. Een moment om even na te denken: waar blijft de tijd!!!
Vervolgens startte ik mijn autootje voor een vervolg naar de Biggekerkse straat. Mijn rollator uitgeladen en dan – zo had ik me voorgenomen – op zoek naar een zilveren haardos langs de lijn. In een mum van tijd had ik Levien gevonden in de buurt van de tribune. De wedstrijd was inmiddels al begonnen, maar ons weerzien was van grotere importantie dan de wedstrijd . Na de nodige uitwisseling van ons wel en wee in de vergane tijd, was het koffie-pauze.
Levien haalde koffie en ik sprak inmiddels slechts even met kok Jobse. De woordenwisseling was van korte duur, want een oud-leerling van de Pieter Louwerse school in Souburg diende zich aan. De heer Welleman – want hij was het – vertelde me dat hij op de boulevard in Vlissingen woonde met alle mitsen en maren. Lawaai-overlast en nog meer. Ik deelde hem mede dat ik dit voorjaar enkele dagen op de boulevard had gelogeerd en genoten had. Het ruisen van de zee was te horen in onze slaapkamer en het scheepvaartverkeer zorgde voor een boeiend schouwspel. Maar mijn conclusie was toch dat de flora en fauna in Ritthem mijn voorkeur had. Of hij dat begreep is me nog niet duidelijk, maar wel amusant. De pauze was voorbij.
Inmiddels was de wedstrijdscore aardig opgelopen, maar het randgebeuren bleef dit keer de prioriteit te hebben. Onze plek weer langs de zijlijn ingenomen en geconstateerd dat een oudere dame naast ons ook de wedstrijd ging volgen. Ik zag tevens dat ze een – voor mij niet vreemd – een wandelstok hanteerde. Ik gooide derhalve een balletje op en vroeg of zij ook inmiddels lid was geworden van het gilde Stichting Cultureel Reizen. Ze fronste het voorhoofd en zag haar denken: “Wat is dat voor vreemde vogel”. Ik legde uit dat de S van stichting staat voor Stok en de C van cultureel corset betekent en de R in het laatste woord mijn rollator dient. Ik ontwaarde een smile. Tevens complimenteerde ik haar voor haar fraaie zonnehoed.
Nieuwsgierig naar haar aanwezigheid informeerde ik naar haar komst naar de Stoofwei. Er ontwikkelde zich een geamuseerd gesprek. Zij bleek voor haar kleinzoons de Visser te komen. Bij mij ging het lichtje branden. Toen ze naar haar zoon en schoondochter liep bekroop me het gevoel: Wat een meelevende oma!! Chapeau!!!!
Dat de wedstrijdscore inmiddels de dubbele cijfers had bereikt was van ondergeschikt belang. Het rendez -vous – het weerzien – was veel belangrijker. Na het laatste fluitsignaal zag ik in de verte Tannie en Evert opveren van een bankje. Weer een weerzien. Ik heb Tannie als oudste leerling in mijn loopbaan in juni/juli 1956 leren kennen in Arnemuiden in de vierde klas van de openbare lagere school. Meester Gerritsen was ziek en ik kon als pas geslaagde onderwijzer die plek tijdelijk overnemen. Mijn eerste salaris mocht ik destijds op het stadhuis van Arnemuiden in ontvangst nemen.
Voor ik de Stoofwei verliet sprak ik even nog met Danny die begin volgend jaar met een kwastje ons interieur in Ritthem hoopt op te frissen. Twee dames (Steketee en Tramper) spraken me op de valreep nog aan met de woorden: “Waar is je zoon”? Ik kon niet anders mededelen dat het elan, de beleving, de betrokkenheid met de sport en andere zaken tot het nulpunt is gedaald. Zijn vroegere ambitie om naar huis te komen, het weekend te vieren, de sport te volgen is niet meer. Acceptatie van het verval is de enige manier om zelf verder te kunnen gaan. Dames: Bedankt voor jullie medeleven. Langs de ronde tafel gewandeld waar Ton en Paul aan een biertje zaten te nippen en vroegen of ik het overlijden van Piet Wielemaker had gelezen. Ik bevestigde hun vraag met de kanttekening mijnerzijds over de tijd dat Piet in VCK 1 gespeeld zou hebben. Tot slot zag ik bij het verlaten van het sporterrein de hoofdmacht bij de kleedkamer genoeglijk het geestrijkvocht naar binnen slaan.
Voldaan keerde ik na een lange tijd huiswaarts. Een RENDEZ-VOUS om niet snel te vergeten.
Veel leesplezier.
Old-timer: J.W